• Boek 3 Artikel 238 (3:238 BW)

    Geldig pandrecht ondanks onbevoegdheid

    1. Ondanks onbevoegdheid van de pandgever is de vestiging van een pandrecht op een roerende zaak, op een recht aan toonder of order of op het vruchtgebruik van een zodanige zaak of recht geldig, indien de pandhouder te goeder trouw is op het tijdstip waarop de zaak of het toonder- of geëndosseerde orderpapier in zijn macht of in die van een derde is gebracht.
    2. Rust op een in lid 1 genoemd goed een beperkt recht dat de pandhouder op het in dat lid bedoelde tijdstip kent noch behoort te kennen, dan gaat het pandrecht in rang boven dit beperkte recht.
    3. Wordt het pandrecht gevestigd op een roerende zaak waarvan de eigenaar het bezit door diefstal heeft verloren, of op een vruchtgebruik op een zodanige zaak, dan zijn lid 3, aanhef en onder b, en lid 4 van artikel 86 van overeenkomstige toepassing.
    4. Dit artikel kan niet worden tegengeworpen aan degene die de zaak opeist, indien volgens artikel 86a, leden 1 en 2 of artikel 86b lid 1, of volgens artikel 7 van de Wet tot teruggave cultuurgoederen afkomstig uit bezet gebied ook artikel 86 niet aan hem tegengeworpen zou kunnen worden.

    Toelichting

    De wet beschermt hier een pandhouder tegen een beschikkingsonbevoegde pandgever. Dit artikel heeft derogerende werking ten opzichte van de algemene beschermingsbepaling van artikel 3:86 BW.

    Vereisten

    De pandhouder wordt pas beschermd indien is voldaan aan de volgende vereisten:

    1. Aan alle andere vereisten voor vestiging van een pandrecht is verder voldaan, alleen de beschikkingsbevoegdheid ontbreekt. Een geldige titel en/of vestiging mag niet ontbreken.
    2. De pandhouder moet te goeder trouw zijn op het moment dat de zaak in zijn macht of de macht van een ander is gekomen. Op het moment van machtsverschaffing moet de pandhouder dus te goeder trouw zijn.
    3. Er mag geen sprake zijn van een bezitloos pandrecht. Het goed moet zich in de macht van de pandhouder bevinden, anders kan de pandhouder geen bescherming ontlenen aan dit artikel.

    Bescherming

    Als aan bovenstaande vereisten is voldaan, dan wordt de pandhouder beschermd tegen een onbevoegde pandgever. Het pandrecht komt toch tot stand, tenzij de oorspronkelijke eigenaar van de zaak het bezit verloren is als gevolg van diefstal. In dat geval komt het pandrecht niet tot stand.

    Jurisprudentie

    Geen jurisprudentie beschikbaar.