• Boek 3 Artikel 61 (3:61 BW)

    Volmacht verlening en schijn van volmacht

    1. Een volmacht kan uitdrukkelijk of stilzwijgend worden verleend.
    2. Is een rechtshandeling in naam van een ander verricht, dan kan tegen de wederpartij, indien zij op grond van een verklaring of gedraging van die ander heeft aangenomen en onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mocht aannemen dat een toereikende volmacht was verleend, op de onjuistheid van deze veronderstelling geen beroep worden gedaan.
    3. Indien een volgens wet of gebruik openbaar gemaakte volmacht beperkingen bevat, die zo ongebruikelijk zijn dat de wederpartij ze daarin niet behoefde te verwachten, kunnen deze haar niet worden tegengeworpen, tenzij zij ze kende.

    Toelichting

    Een volmacht wordt door de volmachtgever verleend aan de gevolmachtigde. Hier zijn geen vormvereiste aan verbonden. Er dient alleen sprake te zijn van een wil en een verklaring, de wilsvertrouwensleer. De volmacht kan dus zowel uitdrukkelijk als stilzwijgend worden verleend.

    Schijn van volmachtverlening

    De gevolmachtigde verricht rechtshandelingen in de naam van de volmachtgever met een derde, de wederpartij. Die wederpartij vertrouwt erop dat er sprake is van een volmachtverlening, maar soms is daar geen sprake van. De pseudo-volmachtgever wil dan helemaal niet gebonden zijn aan de rechtshandelingen die in zijn naam zijn verricht. Het feit dat er geen volmacht is verleend, kan echter niet aan de wederpartij worden tegengeworpen indien de schijn van volmachtverlening door de pseudo-volmachtgever is gewekt. Dit kan door een actieve handeling, maar ook door een nalaten. Bijvoorbeeld door een bepaalde situatie te laten voort bestaan en/of niet in te grijpen. Hierbij is niet van belang of sprake is van enige vorm van verwijtbaarheid.

    Jurisprudentie

    Geen jurisprudentie beschikbaar.