• Boek 5 Artikel 30 (5:30 BW)

    Vastleggen grens langs oever

    1. Een verplaatsing van de oeverlijn wijzigt de grens niet meer, nadat deze is vastgelegd, hetzij door de eigenaars van land en water overeenkomstig artikel 31, hetzij door de rechter op vordering van een hunner tegen de ander overeenkomstig artikel 32. De vastlegging geldt jegens een ieder.
    2. Indien bij de vastlegging in plaats van de werkelijke eigenaar van een erf iemand die als zodanig in de openbare registers was ingeschreven, partij is geweest, is niettemin het vorige lid van toepassing, tenzij de werkelijke eigenaar tegen inschrijving van de akte of het vonnis verzet heeft gedaan voordat zij is geschied.

    Toelichting

    Van het uitgangspunt dat de grens van een perceel wijzigt wanneer de oeverlijn zich verplaatst, kan worden afgeweken door de eigenaars van land en water door middel van vastlegging bij notariële akte.

    Jurisprudentie

    Hof Den Haag 6 september 2011, ECLI:NL:GHSGR:2011:BU6437
    De vordering op grond van artikel 5:30 BW, die inhoudt dat de grens tussen de twee percelen wordt vastgesteld gelijk aan de huidige oeverlijn, acht het hof toewijsbaar, omdat partijen er belang bij hebben dat, mocht in de toekomst aanwas of afslag plaatsvinden, daardoor de in conventie bepaalde grens geen wijziging ondervindt en toekomstige conflicten tussen partijen worden vermeden.