• Boek 5 Artikel 66 (5:66 BW)

    Overdragen aandeel mandelige zaak

    1. Een mede-eigenaar van een mandelige zaak kan zijn aandeel in die zaak ook afzonderlijk van zijn erf aan de overige mede-eigenaars overdragen.
    2. Indien een mede-eigenaar hiertoe op zijn kosten wil overgaan uit hoofde van de lasten van onderhoud, reiniging en vernieuwing in de toekomst, zijn de overige mede-eigenaars gehouden tot die overdracht mede te werken, mits hij hun zo nodig een recht van opstal of erfdienstbaarheid verleent, waardoor zij met betrekking tot de zaak hun rechten kunnen blijven uitoefenen.
    3. De vorige leden zijn niet van toepassing op een muur die twee gebouwen of werken gemeen hebben, noch op een muur, hek of heg waardoor twee erven in een aaneengebouwd gedeelte van een gemeente van elkaar worden gescheiden.

    Toelichting

    Levering?

    Overdracht van een aandeel dient te voldoen aan de vereisten voor levering van onroerende zaken: door middel van een notariële akte die wordt ingeschreven in de openbare registers.

    Toestemming van alle mede-eigenaars?

    In de juridische literatuur bestaat een discussie over de noodzakelijke toestemming voor overdracht. Sommige auteurs zeggen dat enkel toestemming van de mede-eigenaar aan wie het aandeel wordt overgedragen voldoende is. Andere auteurs zeggen dat toestemming van alle mede-eigenaars benodigd is.

    Verplichting tot medewerking?

    Als de kosten van het onderhoud, reiniging en vernieuwing voor een mede-eigenaar niet opwegen tegen het nut van zijn aandeel, kan hij een vordering instellen dat de andere mede-eigenaars zijn aandeel overnemen.

    Regelend recht?

    De mede-eigenaars kunnen in afwijking van dit artikel een andere regeling treffen.

    Jurisprudentie

    Gerechtshof Amsterdam 27 januari 2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:94
    Het bepaalde in artikel 5:66 lid 3 BW brengt mee dat een aandeel in een mandelige muur niet kan worden overgedragen aan de andere mede-eigenaar. Eigenaars van een mandelige muur kunnen zich dus niet op de voet van artikel 5:66 lid 1 BW aan hun bijdrageplicht onttrekken door van de mandelige zaak afstand te doen. Zij zijn daarom in versterkte mate op elkaar aangewezen.