• Artikel 700 Rechtsvordering (700 Rv)

    Conservatoir beslag

    1. Voor het leggen van conservatoir beslag is verlof vereist van de voorzieningenrechter van de rechtbank binnen welker rechtsgebied zich een of meer van de betrokken zaken bevinden, dan wel, indien het beslag niet op zaken betrekking heeft, de schuldenaar of degene of een dergenen onder wie het beslag gelegd wordt, woonplaats heeft.
    2. Het verlof wordt verzocht bij een verzoekschrift waarin de aard van het te leggen beslag en van het door de verzoeker ingeroepen recht en, zo dit recht een geldvordering is, ook het bedrag of, zo dit nog niet vaststaat, het maximum bedrag daarvan, worden vermeld, onverminderd de bijzondere eisen door de wet gesteld voor een beslag van de soort waarom het gaat. De voorzieningenrechter beslist na summier onderzoek. In geval van een geldvordering stelt hij het bedrag vast waarvoor het verlof wordt verleend, met inbegrip van de kosten waarin de schuldenaar zal kunnen worden veroordeeld. Bij het verlof kan de voorzieningenrechter, onverminderd artikel 64, derde lid, tevens verlof verlenen het beslag te leggen op alle dagen en uren. Tegen een krachtens dit lid gegeven verlof is geen hogere voorziening toegelaten.
    3. Tenzij op het tijdstip van het verlof reeds een eis in de hoofdzaak is ingesteld, wordt het verlof verleend onder voorwaarde dat het instellen daarvan geschiedt binnen een door de voorzieningenrechter daartoe te bepalen termijn van ten minste acht dagen na het beslag. De voorzieningenrechter kan de termijn verlengen, indien de beslaglegger dit voor het verstrijken van de termijn verzoekt. Tegen de beschikking is geen hogere voorziening toegelaten. In het geval van een beslag als bedoeld in artikel 714 of artikel 718 moet de verlenging, om haar werking te hebben, binnen acht dagen na het tijdstip waarop de termijn zonder verlenging zou verstrijken, schriftelijk zijn medegedeeld aan de in artikel 715 bedoelde vennootschap, onderscheidenlijk de in artikel 718 bedoelde derde. Overschrijding van de termijn voor het instellen van een eis in de hoofdzaak doet het beslag vervallen.
    4. Verlof tot het leggen van beslag ten laste van een instelling als bedoeld in artikel 212a, onder a, van de Faillissementswet kan slechts worden verleend nadat de instelling in de gelegenheid is gesteld om te worden gehoord, tenzij het beslag uitsluitend op zaken betrekking heeft.

    Toelichting


    Het gaat bij conservatoir beslag om het effect van blokkeren. Je wil voorkomen dat iemand zijn goederen verduistert of laat verdwijnen, zodat er geen verhaalsmogelijkheden meer zijn voor jouw vordering. Dat iemand een conservatoir beslag mag leggen van de rechter op goederen van een ander, betekent nog niet dat hij die goederen kan verkopen om zo zijn vordering voldaan te zien. Daarvoor is een executoriale titel nodig.

    Verlof van de voorzieningenrechter

    Als je conservatoir beslag wil leggen op het goed van een ander, zul je verlof moeten krijgen van de voorzieningenrechter. In artikel 700 Rv worden verschillende voorschriften genoemd waar iemand op moet letten als hij conservatoir beslag wil verzoeken. De rechter die bevoegd is om over het verzoek tot conservatoir beslag te beslissen is de rechter in de gemeente of stad waar de goederen zich bevinden of waar de schuldenaar woont. Als het niet gaat om zaken, maar bijvoorbeeld om beslag op een vordering dan wordt er gekeken naar de woonplaats van de schuldenaar.

    In het verzoekschrift moet de aanspraak van de beslaglegger en de aard van het te leggen beslag zijn omschreven. Wat wordt bedoelt met de aard van het te leggen beslag? Er wordt een onderscheid gemaakt tussen geldvorderingen en niet-geldvorderingen. Indien je een beslag legt voor een geldvordering, dan is er sprake van een verhaalsbeslag. Als je beslag legt voor een niet-geldvordering, dan is er sprake van een afgiftebeslag. Dat bedoelt de wetgever met de aard van het te leggen beslag.

    Het idee van beslag is dat het een verrassingseffect moet hebben. De schuldenaar mag of moet niet op de hoogte worden gesteld van het feit dat iemand een verzoekschrift heeft ingediend bij de voorzieningenrechter om beslag te mogen leggen op zijn goederen. De schuldenaar kan anders deze goederen laten verdwijnen of verduisteren en dat is nou juist niet de bedoeling. Dit verrassingseffect zorgt er dus voor dat de schuldenaar in beginsel niet op de hoogte wordt gesteld van de verzoekschriftprocedure. Er zijn echter wel uitzonderingen wanneer iemand wel op de hoogte moet worden gesteld. In artikel 720 Rv wordt duidelijk dat als het gaat om beslaglegging op loon of periodieke uitkeringen, dat de schuldenaar dan wel van te voren gewaarschuwd moet worden.

    Gegronde vrees voor verduistering

    Soms bestaat er een extra eis, namelijk een gegronde vrees voor verduistering. Dat betekent dat je verzoek tot conservatoir beslag alleen wordt toegewezen indien er een gegronde vrees voor verduistering bestaat. Wanneer bestaat er een gegronde vrees voor verduistering? Hier is sprake van als de verwachting bestaat dat de schuldenaar zijn goederen zal laten verdwijnen of verduisteren, in ieder geval ervoor zorgt dat deze geen verhaalsmogelijkheid meer bieden voor de schuldeiser of als de schuldenaar in het algemeen de verhaalsmogelijkheden van de schuldeiser zal verminderen. Wanneer geldt deze extra eis? Er moet een gegronde vrees voor verduistering bestaan indien de schuldeiser beslag wil leggen op de roerende of onroerende zaken van de schuldenaar. Dit volgt uit artikel 711 Rv en artikel 725 Rv.

    Summier onderzoek

    De voorzieningenrechter moet uiteindelijk beslissen op het verzoek tot beslaglegging. De rechter doet dit niet na een uitgebreid onderzoek, maar na summier onderzoek.  De vordering tot beslaglegging wordt namelijk al toegewezen indien aan de bovengenoemde formele vereisten is voldaan en als de vordering waarvoor beslag moet worden gelegd ‘deugdelijk’ voorkomt. De rechter weegt ook de belangen van zowel de schuldenaar als de schuldeiser af. De beslaglegging mag namelijk niet te bezwarend zijn voor de schuldenaar. Wanneer komt een vordering de rechter deugdelijk toe? Dit is zo indien de vordering hem niet ondeugdelijk voorkomt. In feite komt het erop neer dat de rechter iets moet zien in jouw vordering. Als de rechter denkt, deze vordering wordt in een bodemprocedure nooit toegewezen, dan komt de vordering de rechter ondeugdelijk voor. Als jouw buurman je fiets van € 100 kapot maakt en jij vordert een schadevergoeding van € 1.000.000, dan is er sprake van een ondeugdelijk voorkomen van de vordering.

    Zekerheidsstelling

    Na het verzoek tot conservatoir beslag moet de schuldeiser nog wel een bodemprocedure aanhangig maken waarin hij zijn vordering krijgt toegewezen. Dit wordt ook wel een hoofdzaak genoemd. Als uit de bodemprocedure blijkt dat de vordering niet wordt toegewezen, dan kan de beslaglegging alsnog voor vervelende gevolgen hebben gezorgd voor de schuldenaar. Daarom kan de rechter eisen dat de schuldeiser binnen een bepaalde door de rechter gestelde termijn een hoofdzaak aanhangig maakt, zo volgt uit artikel 700 lid 3 Rv. Op grond van artikel 701 Rv kan de rechter ook eisen dat de schuldeiser voldoende zekerheid moet stellen voor de eventueel geleden schade van de schuldenaar.

    Jurisprudentie


    Geen jurisprudentie beschikbaar.