Het pluraliteitsvereiste

21 april 2017

Een faillietverklaring wordt uitgesproken als ‘summierlijk’ blijkt van het bestaan van feiten of omstandigheden, welke aantonen dat de schuldenaar in een toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen (artikel 6 lid 3 Fw). Volgens de vaste jurisprudentie van de Hoge Raad is hiervan slechts sprake als de schuldenaar meerdere schuldeisers heeft. Dit wordt het pluraliteitsvereiste genoemd.

De Hoge Raad bevestigt het pluraliteitsvereiste

Een faillietverklaring kan daarmee enkel worden uitgesproken als er sprake is van een steunvordering. In een recente uitspraak heeft de Hoge Raad het pluraliteitsvereiste expliciet bevestigd. Het verzoek tot faillietverklaring was door rechtbank en hof afgewezen.

In cassatie voert de aanvraagster van het faillissement onder meer aan dat het pluraliteitsvereiste niet is opgenomen in de wet. De wet vereist alleen dat de schuldenaar in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen (artikel 1 Fw). Zij wijst daarbij op de praktische nadelen: het zou vaak lastig zijn om te achterhalen of er een steunvordering is, terwijl de schuldenaar, als zo’n vordering is gevonden, de faillietverklaring kan voorkomen door de steunvordering snel te voldoen.

De Hoge Raad is het niet eens met de argumenten van de aanvraagster. En bevestigd daarmee het pluraliteitsvereiste.

Advocaat Gijsbrecht Nieuwland van Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn schreef over deze uitspraak een interessante bijdrage.

Lees zijn blog hier.

Geschreven door