- Blijft een partij bij een akte van de burgerlijke stand of een belanghebbende
partij in gebreke de inartikel 18,
derde lid, bedoelde bescheiden over te leggen, of acht de ambtenaar
van de burgerlijke stand de overgelegde bescheiden ongenoegzaam, dan weigert
deze tot het opmaken van de akte over te gaan.
- De ambtenaar van de burgerlijke stand weigert eveneens tot het opmaken van de
akte over te gaan, indien hij van oordeel is dat de Nederlandse openbare orde
zich hiertegen verzet.
- Van een weigering als bedoeld in het eerste of het tweede lid doet de ambtenaar
van de burgerlijke stand een schriftelijke, met redenen omklede mededeling aan
de partijen bij de akte en de belanghebbende partijen toekomen, onder vermelding
van de tegen die weigering openstaande voorziening van
afdeling 12
van deze titel. Een afschrift van deze mededeling doet hij aan de Immigratie- en
Naturalisatiedienst toekomen.