- De kantonrechter kan op verzoek van de voogd of ambtshalve, het vermogen van
de minderjarige of een deel daarvan, met inbegrip van de vruchten, voor de
duur van diens minderjarigheid onder bewind stellen, indien hij dit in het
belang van de minderjarige nodig oordeelt. In geval van gezamenlijke
uitoefening van de voogdij wordt tot onderbewindstelling slechts beslist
indien het verzoek door beide voogden gezamenlijk wordt gedaan.
- De kantonrechter benoemt de bewindvoerder en bepaalt het aan deze toekomende
loon. Hij kan bij de instelling van het bewind bepalen dat de voogd de door
de onderbewindstelling veroorzaakte kosten, met inbegrip van het loon,
geheel of gedeeltelijk aan de minderjarige moet vergoeden, alsmede dat de
voogd, behoudens zijn verhaal op de bewindvoerder, voor diens verrichtingen
aansprakelijk is jegens de minderjarige. In geval van gezamenlijke
uitoefening van de voogdij worden deze verplichtingen opgelegd aan beide
voogden.
- Op het bewind zijn de bepalingen omtrent het bewind van een voogd van
overeenkomstige toepassing. De bewindvoerder is bij uitsluiting bevoegd tot
vernietiging van rechtshandelingen van de minderjarige, strekkend tot beheer
of beschikking met betrekking tot de onder bewind staande goederen.
- De kantonrechter bepaalt welke uitkeringen de bewindvoerder uit de onder het
bewind gestelde goederen en de vruchten daarvan aan de voogd en bij
gezamenlijke uitoefening van de voogdij aan de voogden, moet doen ten
behoeve van de verzorging en opvoeding van de minderjarige of ten behoeve
van het beheer van diens niet onder het bewind gestelde goederen. Hij kan
deze beschikkingen te allen tijde op verzoek van een voogd of de
bewindvoerder, of ambtshalve wijzigen.
- De bewindvoerder is verplicht aan de kantonrechter te allen tijde alle door
deze gewenste inlichtingen te verstrekken.
- Hij is voorts verplicht jaarlijks en aan het einde van zijn bewind aan de
voogd, en bij gezamenlijke uitoefening van de voogdij aan de voogden, de
meerderjarig gewordene of de erfgenamen van de minderjarige, wanneer deze
overleden is, ten overstaan van de kantonrechter rekening en verantwoording
af te leggen.
- Geschillen die bij de rekening en verantwoording rijzen, beslist de
kantonrechter.
- Blijft een der partijen in gebreke tot deze aflegging van rekening en
verantwoording mede te werken, dan zijn de
artikelen 771 en
volgende van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvorderingvan toepassing.
- De kantonrechter kan te allen tijde op verzoek van de bewindvoerder, een
voogd of ambtshalve het bewind opheffen of de bewindvoerder ontslaan en door
een ander vervangen.