- De taak van de bewindvoerder eindigt:
- bij het einde van het bewind;
- door tijdsverloop, indien hij voor een bepaalde tijd was benoemd;
- door zijn dood, het ten aanzien van hem van toepassing verklaren van de
schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, zijn faillietverklaring of
zijn ondercuratelestelling;
- door de instelling van een bewind als bedoeld in deze titel over één of meer
van zijn goederen;
- door ontslag dat hem door de kantonrechter met ingang van een door deze
bepaalde dag wordt verleend.
- Het ontslag wordt hem verleend hetzij op eigen verzoek, hetzij wegens gewichtige
redenen of omdat hij niet meer voldoet aan de eisen om bewindvoerder te kunnen
worden, zulks op verzoek van de medebewindvoerder of degene die gerechtigd is
onderbewindstelling te verzoeken als bedoeld inartikel 432, eerste en
tweede lid, dan wel ambtshalve. Hangende het onderzoek kan de
kantonrechter voorlopige voorzieningen in het bewind treffen en de bewindvoerder
schorsen. De kantonrechter kan hiertoe zo nodig ook zonder de bewindvoerder tevoren
te hebben gehoord overgaan. In dat geval verliest de beschikking haar kracht na
verloop van twee weken, tenzij de bewindvoerder binnen deze termijn in de
gelegenheid is gesteld om te worden gehoord.
- Een gewezen bewindvoerder blijft verplicht al datgene te doen, wat niet zonder
nadeel voor de rechthebbende kan worden uitgesteld, totdat degene die na hem tot het
beheer van de goederen bevoegd is, dit heeft aanvaard. In de gevallen genoemd in het
eerste lid onderc, rust deze verplichting op zijn
erfgenamen, onderscheidenlijk de bewindvoerder in de schuldsaneringsregeling
natuurlijke personen of de curator, indien zij van het bewind kennisdragen; in het
geval genoemd in het eerste lid onderd, geldt dit voor
de bewindvoerder, belast met het daar bedoelde bewind.
- Artikel 384 van dit
boekis van overeenkomstige toepassing.
- In geval van ontslag wegens gewichtige redenen of omdat de bewindvoerder niet meer
voldoet aan de eisen om bewindvoerder te kunnen worden, kan de kantonrechter bepalen
dat geen verdere rekening en verantwoording behoeft te worden afgelegd. Tevens kan
de kantonrechter de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de
bewindvoerder, en alle aan de rechthebbende toekomende goederen in beslag nemen.
Daartoe kan hij elke plaats betreden.