- Indien een Nederlander buiten Nederland een huwelijk wenst aan te gaan, wordt op
zijn verzoek aan hem een verklaring van huwelijksbevoegdheid overeenkomstig de
bijlage van de Overeenkomst van München van 5 september 1980 (Trb. 1981, 71, en
1982, 116) afgegeven.
- Deze verklaring wordt afgegeven:
- aan degene die binnen Nederland woonplaats heeft, door de ambtenaar van
de burgerlijke stand van zijn woonplaats;
- aan degene die binnen Nederland geen woonplaats heeft, maar wel heeft
gehad, door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de laatste
woonplaats aldaar;
- aan degene die binnen Nederland geen woonplaats heeft of heeft gehad,
door het hoofd van de diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging van
het Koninkrijk der Nederlanden in het ressort waar het huwelijk wordt
voltrokken.
- De verklaring wordt door de bevoegde autoriteit niet afgegeven alvorens deze,
door verificatie van de gegevens, vermeld inartikel 44,
eerste lid, onder a, b, c, d en f, en zo nodig van die, vermeld in
de
artikelen
45
en
45a, alsmede inartikel
27b, zich ervan heeft overtuigd dat naar Nederlands recht geen
beletselen tegen het huwelijk bestaan.
- De verklaring van huwelijksbevoegdheid is, te rekenen van het tijdstip van
afgifte, gedurende zes maanden geldig.