• Boek 2 Artikel 429 (2:429 BW)

    Activa

    1. Onder de activa worden afzonderlijk opgenomen:
      1. de immateriële activa op de wijze bepaald in artikel 365;
      2. de beleggingen;
      3. de beleggingen waarbij de tot uitkering gerechtigde het beleggingsrisico draagt, alsmede de spaarkasbeleggingen;
      4. de vorderingen;
      5. de overige activa;
      6. de overlopende activa; en
      7. afgeleide financiële instrumenten.
    2. Onder de passiva worden afzonderlijk opgenomen:
      1. het eigen vermogen, op de wijze bepaald in artikel 373;
      2. de achtergestelde schulden;
      3. de technische voorzieningen eigen aan het verzekeringsbedrijf;
      4. de technische voorzieningen voor verzekeringen waarbij de tot uitkering gerechtigde het beleggingsrisico draagt en die voor spaarkassen;
      5. de voorzieningen, op de wijze bepaald in artikel 374;
      6. de niet-opeisbare schulden in het kader van een herverzekeringsovereenkomst van een maatschappij die haar verplichtingen herverzekert;
      7. de schulden;
      8. de overlopende passiva; en
      9. afgeleide financiële instrumenten.
    3. Indien toepassing is gegeven aan artikel 430 lid 6, worden de beleggingen, bedoeld in lid 1, onderdeel b, onderscheiden in:
      1. beleggingen die gelden als vaste activa;
      2. beleggingen die gelden als vlottende activa, behorende tot de handelsportefeuille; en
      3. beleggingen die gelden als vlottende activa, niet behorende tot de handelsportefeuille.