• Boek 3 Artikel 229 (3:229 BW)

    Recht van pand op alle vorderingen tot vergoeding

    1. Het recht van pand of hypotheek brengt van rechtswege mee een recht van pand op alle vorderingen tot vergoeding die in de plaats van het verbonden goed treden, waaronder begrepen vorderingen ter zake van waardevermindering van het goed.
    2. Dit pandrecht gaat boven ieder op de vordering gevestigd ander pandrecht.

    Toelichting

    In dit artikel wordt het begrip van zaaksvervanging toegepast. Als er een hypotheekrecht of pandrecht wordt gevestigd op een goed, wordt daarmee automatisch een pandrecht gevestigd op de vorderingen die als vergoeding in de plaats treden van dat in zekerheid gegeven goed. Denk bijvoorbeeld aan een vordering uit hoofde van een onrechtmatige daad. Belangrijk daarbij is dat het moet gaan om een vordering tot vergoeding. Een vordering tot het betalen van de koopprijs valt daar niet onder.

    Het pandrecht wordt automatisch op de vordering(en) tot vergoeding gevestigd, van rechtswege. Dit betekent dat er geen mededeling wordt gedaan. Er is hier dus sprake van een stil pandrecht.

    Jurisprudentie

    Geen jurisprudentie beschikbaar.