• Boek 3 Artikel 251 (3:251 BW)

    Verkoop op afwijkende wijze

    1. Tenzij anders is bedongen, kan de voorzieningenrechter van de rechtbank op verzoek van de pandhouder of de pandgever bepalen dat het pand zal worden verkocht op een van het vorige artikel afwijkende wijze, of op verzoek van de pandhouder bepalen dat het pand voor een door de voorzieningenrechter van de rechtbank vast te stellen bedrag aan de pandhouder als koper zal verblijven.
    2. Nadat de pandhouder bevoegd is geworden tot verkoop over te gaan, kunnen pandhouder en pandgever een van het vorige artikel afwijkende wijze van verkoop overeenkomen. Rust op het verpande goed een beperkt recht of een beslag, dan is daartoe tevens de medewerking van de beperkt gerechtigde of de beslaglegger vereist.

    Toelichting

    In beginsel dient de executie via een openbare verkoop te geschieden. Dit laat onverlet dat het de pandhouder of pandgever vrijstaat de rechter te verzoeken een andere manier van verkoop te bepalen. Partijen kunnen ook zelf een andere wijze van verkoop overeenkomen, maar dit kan pas op het moment dat de schuldenaar in verzuim is en de pandhouder daardoor bevoegd is over te gaan tot verkoop. Voor dat moment zijn zulke bedingen nietig.

    Mochten de pandhouder en pandgever, zonder aan alle vereisten te voldoen, overgaan tot een andere manier van verkoop, dan is die verkoop niet nietig. Er is dan geen sprake van een nietige verkoop, er is echter niet langer sprake van een executoriale verkoop.

    Jurisprudentie

    Geen jurisprudentie beschikbaar.