• Boek 3 Artikel 256 (3:256 BW)

    Tenietgaan pandrecht

    Wanneer een pandrecht is tenietgegaan, is de pandhouder verplicht te verrichten hetgeen zijnerzijds nodig is opdat de pandgever de hem toekomende feitelijke macht over het goed herkrijgt, en desverlangd aan de pandgever een schriftelijk bewijs te verstrekken dat het pandrecht geëindigd is. Is de vordering waarvoor het pandrecht tot zekerheid strekte met een beperkt recht bezwaard, dan rust een overeenkomstige verplichting op de beperkt gerechtigde.

    Toelichting

    Geen toelichting beschikbaar. 

    Jurisprudentie

    Geen jurisprudentie beschikbaar.