• Boek 3 Artikel 260 (3:260 BW)

    Vestigen hypotheek

    1. Hypotheek wordt gevestigd door een tussen partijen opgemaakte notariële akte waarbij de hypotheekgever aan de hypotheekhouder hypotheek op een registergoed verleent, gevolgd door haar inschrijving in de daartoe bestemde openbare registers. De akte moet een aanduiding bevatten van de vordering waarvoor de hypotheek tot zekerheid strekt, of van de feiten aan de hand waarvan die vordering zal kunnen worden bepaald. Tevens moet het bedrag worden vermeld waarvoor de hypotheek wordt verleend of, wanneer dit bedrag nog niet vaststaat, het maximumbedrag dat uit hoofde van de hypotheek op het goed kan worden verhaald. De hypotheekhouder moet in de akte woonplaats kiezen in Nederland.
    2. Tenzij anders is bedongen, komen de kosten van verlening en vestiging ten laste van de schuldenaar.
    3. Bij de in het eerste lid bedoelde akte kan iemand slechts krachtens een bij authentieke akte verleende volmacht als gevolmachtigde voor de hypotheekgever optreden.
    4. Voor het overige vinden de algemene voorschriften die voor vestiging van beperkte rechten op registergoederen gegeven zijn, ook op de vestiging van een hypotheek toepassing.

    Toelichting

    De wet kent verschillende zekerheidsrechten. Het hypotheekrecht is daar één van. Dit artikel maakt duidelijk hoe een recht van hypotheek gevestigd dient te worden en wat de inhoud van de hypotheekakte betreft.

    Vereisten

    Een hypotheek kan alleen gevestigd worden indien er sprake is van:

    1. Een geldige titel;
    2. Beschikkingsbevoegdheid;
    3. Een vestigingshandeling. Er dient een overeenkomst van vestiging te worden opgemaakt, waarbij de vestigingshandelingen bestaan uit het opmaken van een notariële akte die wordt ingeschreven in de openbare registers.

    Pas als hier aan voldaan is, is er een rechtsgeldig hypotheekrecht gevestigd.

    Hypotheekakte

    De wet geeft hier ook aan wat er in de hypotheekakte dient te worden opgenomen. Als hier niet aan wordt voldaan, is er geen geldig hypotheekrecht gevestigd.

    1. De overeenkomst van vestiging. Het gaat hier om een goederenrechtelijke overeenkomst.
    2. De geldvordering waarvoor het hypotheekrecht wordt gevestigd. Anders dan bij het pandrecht is het bij het hypotheekrecht verplicht in de akte op te nemen voor welke vordering het zekerheidsrecht wordt gevestigd. Dit kan ook door middel van een omschrijving van feiten, als daarvan maar de geldvordering kan worden vastgesteld.
    3. De hoogte van de vordering waarvoor het hypotheekrecht wordt gevestigd. Indien er nog geen concreet bedrag is bepaald, dient er in ieder geval een maximumbedrag te worden opgenomen.
    4. Het onderpand en een kadastrale aanduiding daarvan. De hypotheekakte dient duidelijk te maken op welk onroerend goed of registergoed het hypotheekrecht wordt gevestigd.
    5. Als er sprake is van een gevolmachtigde die namens de hypotheekgever handelt, dient er ook een (aanduiding van de) authentieke akte van volmacht te worden opgenomen. Belangrijk is dat zowel de hypotheekgever als de hypotheekhouder een woonplaats in Nederland kiezen in de hypotheekakte.

    Jurisprudentie

    Geen jurisprudentie beschikbaar.