• Boek 3 Artikel 284 (3:284 BW)

    Kosten tot behoud van een goed

    1. Een vordering tot voldoening van kosten, tot behoud van een goed gemaakt, is bevoorrecht op het goed dat aldus is behouden.
    2. De schuldeiser kan de vordering op het goed verhalen, zonder dat hem rechten van derden op dit goed kunnen worden tegengeworpen, tenzij deze rechten na het maken van de kosten tot behoud zijn verkregen. Een na het maken van die kosten overeenkomstig artikel 237 gevestigd pandrecht kan slechts aan de schuldeiser worden tegengeworpen, indien de zaak of het toonderpapier in de macht van de pandhouder of een derde is gebracht. Een na het maken van die kosten overeenkomstig artikel 90 verkregen recht kan slechts aan de schuldeiser worden tegengeworpen, indien tevens aan de eisen van lid 2 van dat artikel is voldaan.
    3. Het voorrecht heeft voorrang boven alle andere voorrechten, tenzij de vorderingen waaraan deze andere voorrechten zijn verbonden, na het maken van de kosten tot behoud zijn ontstaan.

    Toelichting

    Om een goed te behouden worden vaak kosten gemaakt. Die kostenmaker wil die kosten graag verhalen. De wet regelt hier het voorrecht ten aanzien van die kosten. Het moet dan wel gaan om kosten die zijn gemaakt tot behoud van het goed. Dit betekent dat het alleen mag gaan om kosten die zijn gemaakt om ervoor te zorgen dat het goed niet teniet zou gaan. Dus dat het niet stuk of kapot zou gaan bijvoorbeeld.

    Hier wordt niet alleen een voorrecht gegeven ten aanzien van zo’n kostenvordering. De schuldeiser krijgt hier ook een verhaalsrecht voor die kosten.

    Jurisprudentie

    Geen jurisprudentie beschikbaar.