• Boek 3 Artikel 301 (3:301 BW)

    Inschrijving uitspraak in openbare registers

    1. Een uitspraak waarvan de rechter heeft bepaald dat zij in de plaats treedt van een tot levering van een registergoed bestemde akte of van een deel van een zodanige akte, kan slechts in de openbare registers worden ingeschreven, indien zij is betekend aan degene die tot de levering werd veroordeeld, en
      1. in kracht van gewijsde is gegaan, of
      2. uitvoerbaar bij voorraad is en een termijn van veertien dagen of zoveel korter of langer als in de uitspraak is bepaald, sedert de betekening van de uitspraak is verstreken.
    2. Verzet, hoger beroep en cassatie moeten op straffe van niet-ontvankelijkheid binnen acht dagen na het instellen van het rechtsmiddel worden ingeschreven in de registers, bedoeld in artikel 433 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. In afwijking van artikel 143 van dat wetboek begint de verzettermijn te lopen vanaf de betekening van het vonnis aan de veroordeelde, ook als de betekening niet aan hem in persoon geschiedt.
    3. Indien de werking van een uitspraak als bedoeld in lid 1 door de rechter aan een voorwaarde is gebonden, weigert de bewaarder de inschrijving van die uitspraak, indien niet tevens een notariële verklaring of een authentiek afschrift daarvan wordt overgelegd, waaruit van de vervulling van de voorwaarde blijkt.

    Toelichting

    Registergoederen dienen te worden geleverd. De schuldenaar kent de verplichting tot levering. Voor een dergelijke levering is een bepaalde akte vereist. Indien een dergelijke akte wegens nalaten van de schuldenaar niet tot stand komt, kan de rechter bepalen dat zijn uitspraak in de plaats treedt van zo’n akte. Ook deze akte dient te worden ingeschreven bij de openbare registers. Dit kan echter pas indien deze is betekend aan degene die verplicht is tot levering over te gaan, dus degene die daartoe veroordeeld is. Daarnaast dient de uitspraak in kracht van gewijsde te zijn gegaan – of moet de uitspraak uitvoer bij voorraad worden verklaard. Als laatst geldt er een wachttijd van veertien dagen. Deze termijn kan in de uitspraak langer of korter worden bepaald. Pas als dit alles is gebeurd, kan dit worden ingeschreven in de daartoe bestemde openbare registers.

    De rechter kan een voorwaarde verbinden aan de werking van zijn uitspraak. De uitspraak heeft dan pas dezelfde werking als een dergelijke akte indien die voorwaarde is voldaan. Indien hier sprake van is, kan het pas worden ingeschreven indien uit een notariële verklaring of een authentiek afschrift blijkt dat die voorwaarde is vervuld.

    Jurisprudentie

    Geen jurisprudentie beschikbaar.