• Boek 3 Artikel 311 (3:311 BW)

    Verjaring van rechtsvordering tot ontbinding van een overeenkomst

    1. Een rechtsvordering tot ontbinding van een overeenkomst op grond van een tekortkoming in de nakoming daarvan of tot herstel van een tekortkoming verjaart door verloop van vijf jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de schuldeiser met de tekortkoming bekend is geworden en in ieder geval twintig jaren nadat de tekortkoming is ontstaan.
    2. Een rechtsvordering tot ongedaanmaking als bedoeld in artikel 271 van Boek 6 verjaart door verloop van vijf jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de overeenkomst is ontbonden.

    Toelichting

    Indien iemand een overeenkomst niet nakomt is er sprake van een tekortkoming. De wederpartij heeft dan de mogelijkheid de overeenkomst te ontbinden. De vordering tot ontbinding kan echter ook verjaren. Indien de vordering tot ontbinding verjaart is, vervalt de bevoegdheid tot zowel buitengerechtelijke als gerechtelijke ontbinding.

    Daarnaast bestaat er een vordering tot herstel van de tekortkoming. Als iemand niet is nagekomen, maar dit nog wel kan doen kan herstel gevorderd worden.

    De verjaringstermijn duurt vijf jaar en vangt aan op het moment dat de schuldeiser bekend is geworden met de tekortkoming.

    Jurisprudentie

    Geen jurisprudentie beschikbaar.