Boek 3 Artikel 33 (3:33 BW)
Wil en verklaring
Toelichting
Voor een geldige rechtshandeling geldt een wil en verklaring. Dit zijn de vereisten voor een rechtshandeling.
De rechtshandeling moet berust zijn op de wil van diegene die de rechtshandeling verricht. Die wil moet gericht zijn op de rechtsgevolgen van de handeling. Degene die de handeling verricht, wilt dat die rechtsgevolgen intreden.
Daarnaast moet deze wil tot uitdrukking zijn gekomen. Dat gaat door middel van een verklaring. Het moet door middel van die verklaring duidelijk zijn wat de wil van iemand is. In principe is deze verklaring vormvrij. Dat betekent dat er geen vormvereiste zijn verbonden aan de verklaring. Deze kan dus zowel uitdrukkelijk als stilzwijgend plaatsvinden.