• Boek 3 Artikel 66 (3:66 BW)

    Gevolgen rechtshandeling en wilsgebreken

    1. Een door de gevolmachtigde binnen de grenzen van zijn bevoegdheid in naam van de volmachtgever verrichte rechtshandeling treft in haar gevolgen de volmachtgever.
    2. Voor zover het al of niet aanwezig zijn van een wil of van wilsgebreken, alsmede bekendheid of onbekendheid met feiten van belang zijn voor de geldigheid of de gevolgen van een rechtshandeling, komen ter beoordeling daarvan de volmachtgever of de gevolmachtigde of beiden in aanmerking, al naar gelang het aandeel dat ieder van hen heeft gehad in de totstandkoming van de rechtshandeling en in de bepaling van haar inhoud.

    Toelichting

    De gevolmachtigde sluit rechtshandelingen in de naam van de volmachtgever. Dit betekent dat de gevolmachtigde als het ware ‘er tussen uit valt’ en de volmachtgever gebonden wordt. Die wordt uiteindelijk partij bij bijvoorbeeld de overeenkomst.

    Dit betekent echter niet dat de gevolmachtigde helemaal niet meer van belang is. Soms zijn er voor de volmachtgever innerlijke feiten van belang voor de werking van de rechtshandeling of de gevolgen daarvan. Als de volmachtgever zich uiteindelijk beroept op een wilsgebrek, dan is de vraag wie moet beoordelen wat deze feiten zijn. In lid 2 van dit artikel wordt bepaald dat dat afhangt van het aandeel dat ieder van hen heeft gehad bij de totstandkoming van de rechtshandeling. Hier speelt de gevolmachtigde dus zeker nog een rol.

    Jurisprudentie

    Geen jurisprudentie beschikbaar.