• Boek 4 Artikel 46 (4:46 BW)

    Uitleg uiterste wilsbeschikking

    1. Bij de uitlegging van een uiterste wilsbeschikking dient te worden gelet op de verhoudingen die de uiterste wil kennelijk wenst te regelen, en op de omstandigheden waaronder de uiterste wil is gemaakt.
    2. Daden of verklaringen van de erflater buiten de uiterste wil mogen slechts dan voor uitlegging van een beschikking worden gebruikt, indien deze zonder die daden of verklaringen geen duidelijke zin heeft.
    3. Wanneer een erflater zich klaarblijkelijk in de aanduiding van een persoon of een goed heeft vergist, wordt de beschikking naar de bedoeling van de erflater ten uitvoer gebracht, indien deze bedoeling ondubbelzinnig met behulp van de uiterste wil of met andere gegevens kan worden vastgesteld.

    Jurisprudentie

    Hoge Raad, 15 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:46
    Na de inwerkingtreding van het nieuwe erfrecht, geldt de artikel 4:46 BW als de maatstaf voor de uitleg van een testament.