• Boek 5 Artikel 98 (5:98 BW)

    Doorlopen erfpacht

    1. Wanneer de tijd waarvoor de erfpacht is gevestigd, is verstreken en de erfpachter de zaak niet op dat tijdstip heeft ontruimd, blijft de erfpacht doorlopen, tenzij de eigenaar uiterlijk zes maanden na dat tijdstip doet blijken dat hij haar als geëindigd beschouwt. De eigenaar en de erfpachter kunnen de verlengde erfpacht opzeggen op de wijze en met inachtneming van de termijn vermeld in artikel 88.
    2. Ieder beding dat ten nadele van de erfpachter van dit artikel afwijkt, is nietig.

    Toelichting

    Indien de erfpacht voor een bepaalde periode is gevestigd, dan mag de eigenaar ervan uitgaan dat het recht van erfpacht is geëindigd op het moment dat die periode verstreken is. Als de erfpachter in zo’n situatie nog niet is overgegaan tot ontruiming, heeft de eigenaar 6 maanden de tijd om duidelijk te maken aan de erfpachter dat het recht van erfpacht als beëindigd wordt beschouwd.

     

    Jurisprudentie

    Geen jurisprudentie beschikbaar.