• Boek 6 Artikel 101 (6:101 BW)

    Eigen schuld

    1. Wanneer de schade mede een gevolg is van een omstandigheid die aan de benadeelde kan worden toegerekend, wordt de vergoedingsplicht verminderd door de schade over de benadeelde en de vergoedingsplichtige te verdelen in evenredigheid met de mate waarin de aan ieder toe te rekenen omstandigheden tot de schade hebben bijgedragen, met dien verstande dat een andere verdeling plaatsvindt of de vergoedingsplicht geheel vervalt of in stand blijft, indien de billijkheid dit wegens de uiteenlopende ernst van de gemaakte fouten of andere omstandigheden van het geval eist.
    2. Betreft de vergoedingsplicht schade, toegebracht aan een zaak die een derde voor de benadeelde in zijn macht had, dan worden bij toepassing van het vorige lid omstandigheden die aan de derde toegerekend kunnen worden, toegerekend aan de benadeelde.

    Toelichting

    Artikel 6:101 BW bepaalt dat als sprake is van eigen schuld van de benadeelde in het ontstaan van de schade, de schadevergoeding moet worden verminderd. Deze vermindering geschiedt op basis van evenredigheid. Dit betekent dat de geleden schade wordt verdeeld over degene die de schade moet vergoeden en de benadeelde, naar de mate waarin hun handelen heeft bijgedragen aan het ontstaan van de schade.

    Overigens kan van deze evenredige verdeling worden afgeweken op grond van de redelijkheid en billijkheid als de ernst van de gemaakte fouten of andere omstandigheden van het geval dit eisen.

    Jurisprudentie

    Hoge Raad, 6 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:CA1725
    Een dienstverlener geldt als professionele en in beginsel deskundige dienstverlener, terwijl bij zijn cliënt doorgaans een zodanige professionaliteit en deskundigheid ontbreekt. Dit brengt mee dat de cliënt in beginsel ervan mag uitgaan dat de dienstverlener die zorgplicht jegens hem naleeftl. Hieruit volgt dat de cliënt bij een door die dienstverlener geadviseerde constructie minder snel bedacht hoeft te zijn op en zich minder snel eigener beweging behoeft te verdiepen in niet vermelde risico’s. Dit is ook van belang bij de causaliteitsafweging op de voet van art. 6:101 BW.