• Boek 6 Artikel 161 (6:161 BW)

    Vermenging

    1. Een verbintenis gaat teniet door vermenging, wanneer door overgang van de vordering of de schuld de hoedanigheid van schuldeiser en die van schuldenaar zich in één persoon verenigen.
    2. Het vorige lid is niet van toepassing:
      1. zolang de vordering en de schuld in van elkaar gescheiden vermogens vallen;
      2. in geval van overdracht overeenkomstig artikel 93 van Boek 3 van een vordering aan toonder of order;
      3. indien de voormelde vereniging van hoedanigheden het gevolg is van een rechtshandeling onder ontbindende voorwaarde, zolang niet vaststaat dat de voorwaarde niet meer in vervulling kan gaan.
    3. Tenietgaan van een verbintenis door vermenging laat de op de vordering rustende rechten van derden onverlet.

    Toelichting

    Dit artikel ziet op de situatie dat één persoon zowel schuldenaar als schuldeiser is. Dit wordt vermenging genoemd. Deze situatie kan zich voordoen als door erfopvolging een vordering wordt verkregen op zichzelf. Bijv. ouders hebben nog een vordering op het kind, maar door overlijden gaat deze vordering over op het kind. In dat geval is één persoon zowel de schuldenaar als de schuldeiser. De vordering gaat daardoor teniet. Het heeft namelijk geen zin om een vordering op jezelf te hebben. Een andere situatie kan zich voordoen bij een huurovereenkomst. Koopt de huurder het pand dat hij huurt dan wordt hij daarmee eigenaar en huurder tegelijkertijd. Ook in dat geval gaat de verbintenis uit de huurovereenkomst teniet.

    Jurisprudentie

    Geen jurisprudentie beschikbaar.