• Boek 6 Artikel 251 (6:251 BW)

    Kwalititatieve rechten

    1. Staat een uit een overeenkomst voortvloeiende, voor overgang vatbaar recht in een zodanig verband met een aan de schuldeiser toebehorend goed, dat hij bij dat recht slechts belang heeft, zolang hij het goed behoudt, dan gaat dat recht over op degene die dat goed onder bijzondere titel verkrijgt.
    2. Is voor het recht een tegenprestatie overeengekomen, dan gaat de verplichting tot het verrichten van die tegenprestatie mede over, voor zover deze betrekking heeft op de periode na de overgang. De vervreemder blijft naast de verkrijger jegens de wederpartij aansprakelijk, behoudens voor zover deze zich na de overgang in geval van uitblijven van de tegenprestatie van haar verbintenis kan bevrijden door ontbinding of beëindiging van de overeenkomst.
    3. Het in de vorige leden bepaalde geldt niet, indien de verkrijger van het goed tot de wederpartij bij de overeenkomst een verklaring richt dat hij de overgang van het recht niet aanvaardt.
    4. Uit de rechtshandeling waarbij het goed wordt overgedragen, kan voortvloeien dat geen overgang plaatsvindt.

    Toelichting

    Een recht kan zodanig met een bepaald goed verbonden zijn, dat je alleen iets aan dat recht hebt als je het goed ook bezit. Als zo’n recht voor overgang vatbaar is en daarnaast uit een overeenkomst voortvloeit, dan gaat dat recht mee over met het goed waarmee het verbonden is. De vervreemder – de schuldeiser – heeft namelijk geen belang meer bij dat recht op het moment dat hij ook geen eigenaar meer is van het daarmee verbonden goed.

    Jurisprudentie

    Rechtbank Rotterdam, 1 april 2009, ECLI:NL:RBROT:2009:BI0620
    Een overeengekomen bouwbeperking kan, als het is overeengekomen over een bepaalt adres, met dat adres dusdanig in verband staan dat, het met het eigendom van dat adres overgaat op de verkrijgers. In dat geval kan de beperking worden gekwalificeerd als een kwalitatief recht in de zin van artikel 6:252 BW.