• Boek 6 Artikel 266 (6:266 BW)

    Geen ontbinding bij schuldeisersverzuim

    1. Geen ontbinding kan worden gegrond op een tekortkoming in de nakoming van een verbintenis ten aanzien waarvan de schuldeiser zelf in verzuim is.
    2. Wordt echter tijdens het verzuim van de schuldeiser behoorlijke nakoming geheel of gedeeltelijk onmogelijk, dan kan de overeenkomst ontbonden worden, indien door schuld van de schuldenaar of zijn ondergeschikte is tekortgeschoten in de zorg die in de gegeven omstandigheden van hem mocht worden gevergd.

    Toelichting

    Als iemand zijn verplichtingen niet nakomt, kan er sprake zijn van verzuim. Niet alleen de schuldenaar kan in verzuim zijn, maar ook de schuldeiser zelf. Dit is het geval indien de schuldeiser zelf ook gehouden is tot het nakomen van een verbintenis, maar dit nalaat.

    In beginsel kan een schuldeiser een overeenkomst ontbinden, indien zijn wederpartij tekortschiet in de nakoming van zijn verbintenis. Deze bevoegdheid kent een schuldeiser niet, indien hij zelf ook in verzuim is. Doordat er sprake is van schuldeisersverzuim wordt de bevoegdheid tot ontbinding de schuldeiser ontnomen. De schuldeiser is ondanks de tekortkoming van zijn wederpartij – de schuldenaar – gehouden zijn eigen verplichting alsnog na te komen. Alleen dan heeft hij de bevoegdheid de overeenkomst te ontbinden.

    Jurisprudentie

    Geen jurisprudentie beschikbaar.