• Boek 6 Artikel 54 (6:54 BW)

    Geen opschortingsrecht

    Geen bevoegdheid tot opschorting bestaat:
    1. voor zover de nakoming van de verbintenis van de wederpartij wordt verhinderd door schuldeisersverzuim;
    2. voor zover de nakoming van de verbintenis van de wederpartij blijvend onmogelijk is;
    3. voor zover op de vordering van de wederpartij geen beslag is toegelaten.

    Toelichting

    Uit dit artikel volgen een drietal gevallen waarin geen opschortingsrecht bestaat: in de eerste plaats bestaat het recht niet voor zover de nakoming wordt verhinderd door schuldeisersverzuim. Het opschortingsrecht kan wel weer ontstaan als de schuldeiser het beletsel wegneemt. Daarnaast is opschorten niet toegestaan als de nakoming van de verbintenis blijvend onmogelijk is. Blijvende onmogelijkheid is immers niet te verenigen met het tijdelijke karakter van het opschortingsrecht. Ook is opschorten niet toegestaan als op de vordering geen beslag is toegelaten. In de praktijk betekent dit vooral dat de schuldenaar betaling van periodieke betalingen (loon, sociale uitkeringen, pensioen etc.) mag opschorten voor zover dat de beslagvrije voet overtreft.

    Jurisprudentie

    Hoge Raad, 3 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU4907
    De mogelijkheid tot opschorting als precieze omvang van de tegenvordering niet vaststaat.

    Hoge Raad, 17 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:95
    Het opschortingsrecht voor opdrachtgever bestaat al voordat werk is geleverd.