• Boek 6 Artikel 6 (6:6 BW)

    Hoofdelijkheid schuldenaren

    1. Is een prestatie door twee of meer schuldenaren verschuldigd, dan zijn zij ieder voor een gelijk deel verbonden, tenzij uit wet, gewoonte of rechtshandeling voortvloeit dat zij voor ongelijke delen of hoofdelijk verbonden zijn.
    2. Is de prestatie ondeelbaar of vloeit uit wet, gewoonte of rechtshandeling voort dat de schuldenaren ten aanzien van een zelfde schuld ieder voor het geheel aansprakelijk zijn, dan zijn zij hoofdelijk verbonden.
    3. Uit een overeenkomst van een schuldenaar met zijn schuldeiser kan voortvloeien dat, wanneer de schuld op twee of meer rechtsopvolgers overgaat, dezen voor ongelijke delen of hoofdelijk verbonden zullen zijn.

    Toelichting

    Het uitgangspunt is dat indien een prestatie door twee of meer schuldenaren verschuldigd is, de schuldenaren ieder voor een gelijk deel verbonden zijn. Dit is anders indien uit de wet, gewoonte of rechtshandeling (zoals een overeenkomst) volgt dat zij voor ongelijke delen verbonden zijn, dan wel dat zij hoofdelijk verbonden zijn. Bij een ondeelbare prestatie zijn de schuldenaren hoofdelijk verbonden, dat wil zeggen: de schuldenaren kunnen voor het geheel aangesproken worden.

    Jurisprudentie

    Rechtbank Amsterdam, 1 mei 2013, ECLI:NL:RBAMS:2013:CA3458
    Rechter concludeert dat sprake is van verbondenheid van schuldenaren. Toepassing van artikel 6:6 BW in een specifiek geval.

    Rechtbank Midden-Nederland, 19 februari 2019, ECLI:RBMNE:2019:2029
    Terugbetaling geldlening. Geen sprake van hoofdelijkheid. Aangesproken voor ‘gelijke delen’.