• Boek 6 Artikel 78 (6:78 BW)

    Verrijking door overmacht

    1. Indien een tekortkoming de schuldenaar niet kan worden toegerekend, maar hij in verband met die tekortkoming een voordeel geniet dat hij bij behoorlijke nakoming niet zou hebben gehad, heeft de schuldeiser met toepassing van de regels betreffende ongerechtvaardigde verrijking recht op vergoeding van zijn schade tot ten hoogste het bedrag van dit voordeel.
    2. Bestaat dit voordeel uit een vordering op een derde, dan kan de schuldenaar aan het vorige lid voldoen door overdracht van die vordering.

    Toelichting

    Artikel 6:78 BW ziet op gevallen waarin een tekortkoming niet aan de schuldenaar kan worden toegerekend, maar hij door de tekortkoming wel voordeel geniet. De schuldeiser heeft dan recht op vergoeding van zijn schade tot ten hoogste het bedrag dat door de schuldenaar als voordeel is verkregen. Als het voordeel bestaat uit het verkrijgen van een vordering op een derde hoeft niet de waarde van deze vordering te worden vergoed. Dan kan volstaan worden met het overdragen van de vordering (de zogenaamde cessie).

    Jurisprudentie

    Hoge Raad, 25 november 2005, ECLI:NL:HR:2005:AT9060
    Als schuldenaar wordt verrijkt door een geslaagd beroep op overmacht is sprake van ongerechtvaardigde verrijking.