• Boek 7 Artikel 208 (7:208 BW)

    Vergoedingsplicht verhuurder

    Onverminderd de gevolgen van niet-nakoming van de verplichting van artikel 206 is de verhuurder tot vergoeding van de door een gebrek veroorzaakte schade verplicht, indien het gebrek na het aangaan van de overeenkomst is ontstaan en aan hem is toe te rekenen, alsmede indien het gebrek bij het aangaan van de overeenkomst aanwezig was en de verhuurder het toen kende of had behoren te kennen, of toen aan de huurder heeft te kennen gegeven dat de zaak het gebrek niet had.

    Toelichting

    Het feit dat er sprake is van een gebrek, betekent niet dat de verhuurder zonder meer ook schadeplichtig is. Als een gebrek bepaalde schade heeft veroorzaakt, dan is de verhuurder alleen aansprakelijk indien:

    1. Het gebrek na het sluiten van de huurovereenkomst is ontstaan en dit tevens aan de verhuurder is toe te rekenen;
    2. Het gebrek bij het sluiten van de huurovereenkomst al bestond en de verhuurder op de hoogte was van dit gebrek of dat kon zijn;
    3. De verhuurder bij het sluiten van de huurovereenkomst de huurder heeft vermeld dat het gebrek niet aan het gehuurde kleefde.

    Belangrijk hierbij is dus dat het gebrek aan de verhuurder valt toe te rekenen. Dit kan door middel van schuld, op grond van de wet, een rechtshandeling of omdat het vanwege de verkeersopvattingen voor risico van de verhuurder komt.

    Het valt niet aan de verhuurder toe te rekenen indien er sprake is van overmacht. Als de verhuurder met succes een beroep op overmacht kan doen, dan wordt het gebrek niet aan hem toegerekend.

    Jurisprudentie

    Geen jurisprudentie beschikbaar.