Eerste B afdeling – Het scheidsgerecht

Secretaris scheidsgerecht

Indien het scheidsgerecht zich laat bijstaan door een secretaris, zijn de artikelen 1033 tot en met 1035 van overeenkomstige toepassing.

Procedure

De wrakende partij brengt de wraking onder opgave van redenen schriftelijk ter kennis van de betrokken arbiter, de wederpartij en, indien het scheidsgerecht uit meerdere arbiters bestaat, de mede-arbiters. De kennisgeving wordt gedaan binnen vier weken na de dag van ontvangst van de mededeling als bedoeld in artikel 1034 of, bij gebreke daarvan, binnen vier weken… lees meer »

Schriftelijk mededeling

Een als arbiter aangezochte persoon die het vermoeden heeft dat hij zou kunnen worden gewraakt, doet daarvan schriftelijk mededeling aan degene die hem heeft aangezocht, onder vermelding van de vermoedelijke redenen tot wraking. Een tot arbiter benoemde persoon doet de in het eerste lid bedoelde mededeling aan de partijen zodra zijn benoeming heeft plaatsgevonden, tenzij… lees meer »

Wraking arbiter

Een arbiter kan worden gewraakt indien gerechtvaardigde twijfel bestaat aan zijn onpartijdigheid of onafhankelijkheid. Een door een partij benoemde arbiter kan door die partij slechts worden gewraakt om redenen welke haar na de benoeming bekend zijn geworden. Een partij kan een door een derde of door de voorzieningenrechter van de rechtbank benoemde arbiter niet wraken,… lees meer »

Opdracht scheidsgerecht beëindigen

De partijen kunnen gezamenlijk de opdracht van het scheidsgerecht beëindigen.

Vervanging

Een arbiter die ingevolge artikel 1029, tweede, derde of vierde lid, dan wel een scheidsgerecht dat ingevolge artikel 1029, vijfde lid, van zijn opdracht is ontheven, wordt vervangen volgens de regelen die van toepassing waren op de oorspronkelijke benoeming, tenzij de partijen een andere wijze van vervanging zijn overeengekomen. Hetzelfde geldt ingeval van overlijden van een… lees meer »

Opdracht arbiter

Een arbiter aanvaardt zijn opdracht schriftelijk. Een arbiter kan slechts van zijn opdracht worden ontheven in de gevallen, bedoeld in het tweede tot en met het vijfde lid van dit artikel, tenzij de partijen anders zijn overeengekomen. Een arbiter die zijn opdracht heeft aanvaard, kan op eigen verzoek daarvan worden ontheven hetzij met instemming van… lees meer »

Bevoorrechte positie

Indien bij overeenkomst of anderszins aan een der partijen een bevoorrechte positie bij de benoeming van de arbiter of arbiters is toegekend, kan ieder der partijen, in afwijking van de overeengekomen benoemingsregeling, de voorzieningenrechter van de rechtbank verzoeken de arbiter of arbiters te benoemen. Een partij zal het verzoek als bedoeld in het eerste lid… lees meer »

Benoeming arbiters

De arbiter of arbiters worden benoemd op de wijze zoals de partijen zijn overeengekomen. De partijen kunnen de benoeming van de arbiter of arbiters, of van een of meer hunner, aan een derde opdragen. Indien geen wijze van benoeming is overeengekomen, worden de arbiter of arbiters door de partijen gezamenlijk benoemd. De benoeming dient te… lees meer »