Afdeling 3 – Aansprakelijkheid

In alle gevallen waar deze titel van toepassing is, kan tegen de vervoerder slechts een vordering wegens aansprakelijkheid, ongeacht de rechtsgrond, worden ingesteld onder de voorwaarden en beperkingen van deze titel. Hetzelfde geldt voor een vordering ingesteld tegen de ondergeschikten en de andere personen voor wie de vervoerder krachtens artikel 1586 aansprakelijk is.

De vervoerder is aansprakelijk voor zijn ondergeschikten en voor andere personen van wier diensten hij gebruik maakt bij de uitvoering van het vervoer, wanneer deze ondergeschikten of andere personen handelen in de uitoefening van hun werkzaamheden. De beheerders van de spoorweginfrastructuur waarop het vervoer wordt verricht, worden beschouwd als personen van wier diensten de vervoerder… lees meer »

Indien de rechthebbende niet binnen een hem gestelde redelijke termijn de voor de definitieve regeling van de vordering nodige bewijsstukken aan de vervoerder overlegt, loopt de rente over de schadevergoeding niet tussen de afloop van deze termijn en de daadwerkelijke overlegging van de stukken.

De in de artikelen 1563 lid 3, 1567 leden 6 en 7, 1578, 1580 tot en met 1583 bedoelde beperkingen van aansprakelijkheid zijn niet van toepassing, indien is bewezen dat de schade is ontstaan uit een handeling of nalaten van de vervoerder geschied hetzij met het opzet die schade te veroorzaken, hetzij roekeloos en met… lees meer »

De afzender en de vervoerder kunnen overeenkomen dat de afzender een bijzonder belang bij de aflevering aangeeft door op de vrachtbrief een bedrag in cijfers te vermelden voor het geval van verlies of beschadiging en het geval van overschrijding van de afleveringstermijn. In geval van aangifte van een belang bij de aflevering kan boven op… lees meer »

De afzender en de vervoerder kunnen overeenkomen dat de afzender in de vrachtbrief een waarde der zaken opneemt die het in artikel 1578 lid 2 voorgeschreven maximumbedrag overschrijdt. In dat geval treedt het aangegeven bedrag in de plaats van dit maximumbedrag.

Indien een schade, met inbegrip van een beschadiging, voortvloeit uit het overschrijden van de afleveringstermijn, moet de vervoerder een schadevergoeding betalen die niet meer bedraagt dan het viervoud van de vrachtprijs. In geval van geheel verlies van de zaken komt de in lid 1 bedoelde schadevergoeding niet bovenop die bedoeld in artikel 1578. In geval… lees meer »

In geval van beschadiging van de zaken moet de vervoerder, met uitsluiting van elke andere schadevergoeding, een schadevergoeding betalen gelijk aan de waardevermindering van de zaken. Dit bedrag wordt berekend door op de overeenkomstig artikel 1578 bepaalde waarde van de zaken het op de plaats van bestemming vastgestelde percentage van de waardevermindering toe te passen…. lees meer »

Met betrekking tot zaken, die ingevolge hun aard in het algemeen een gewichtsverlies ondergaan tijdens het vervoer, is de vervoerder, ongeacht de lengte van het afgelegde traject, slechts aansprakelijk voor het gedeelte van het verlies dat meer bedraagt dan: twee procent van de massa voor vloeibare of in vochtige toestand aangeboden zaken; één procent van… lees meer »

In geval van geheel of gedeeltelijk verlies van de zaken moet de vervoerder, met uitsluiting van elke andere schadevergoeding, een schadevergoeding betalen berekend volgens de beursprijs, bij gebreke daarvan volgens de marktprijs en, bij gebreke van beide, volgens de gebruikelijke waarde van zaken van dezelfde aard en kwaliteit op de dag en de plaats waar… lees meer »