Wat is levering van toekomstige goederen?

Levering toekomstige goederenGoederen moeten geleverd worden. Als je een goed wil overdragen, moet er grond op van artikel 3:84 BW sprake zijn van een geldige titel, een geldige levering en beschikkingsbevoegdheid. Toekomstige goederen kunnen ook geleverd worden. Er wordt dan ook wel gesproken over levering bij voorbaat. Op grond van artikel 3:97 BW bestaat er de mogelijkheid van levering van toekomstige goederen.

Wat zijn toekomstige goederen?

Toekomstige goederen zijn niet alleen goederen die fysiek nog niet bestaan. Het moet gaan om goederen die nog niet tot het vermogen behoren van degene die het goed wil overdragen. De vervreemder dus. Het goed kan fysiek al wel bestaan, maar het behoort nog niet tot zijn vermogen. Het is nog geen eigendom van de vervreemder. Het kan ook zo zijn dat het goed echt nog niet bestaat. Dus dat het nog gemaakt moet worden.

Relatief en absoluut toekomstige goederen

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen relatief toekomstige goederen en absoluut toekomstige goederen. Absoluut toekomstige goederen zijn goederen die fysiek nog niet bestaan. Ze zijn nog niet gemaakt, nog niet geproduceerd. Het goed bestaat in zijn algemeenheid helemaal niet. Bij relatief toekomstige goederen gaat het om goederen die wel al bestaan. Ze zijn wel al geproduceerd of gemaakt. Het goed bestaat alleen nog niet tot het vermogen van degene die het wil vervreemden. Het goed behoort nog niet tot het eigendom van de vervreemder, maar bestaat wel al.

Hoe werkt levering van toekomstige goederen?

Artikel 3:97 BW biedt de mogelijkheid om ook goederenrechtelijke handelingen te verrichten als het gaat om toekomstige goederen. Je kan een toekomstig goed bij voorbaat leveren. Partijen moeten dan de handelingen die vereist zijn voor de levering al verrichten. Deze handelingen worden op voorhand al verricht. De vervreemder is op dat moment nog niet beschikkingsbevoegd. Het goed is namelijk nog niet van hem. Het behoort nog niet tot zijn vermogen, dus hij is nog geen eigenaar. Zodra de vervreemder het goed verkrijgt, ontstaat er beschikkingsbevoegdheid aan zijn kant. De levering bij voorbaat verandert dan in een echte levering. De echte levering vindt dan van rechtswege – dus automatisch – plaats. Op dat moment is er voldaan aan alle vereisten voor overdracht in de zin van artikel 3:84 BW.

Vormen van levering

In artikel 3:90 lid 1 BW staat hoe je een roerende zaak moet leveren, namelijk door feitelijke bezitsverschaffing. Dit kan echter niet bij toekomstige goederen, aangezien de vervreemder zelf nog niet over het goed bezit. Over het algemeen worden toekomstige goederen via artikel 3:115 BW geleverd. In dit artikel wordt bezitsoverdracht mogelijk gemaakt zonder dat er een feitelijke handeling wordt verricht. Er worden drie verschillende manieren van toekomstige levering gegeven. Hierbij is sprake van een tweezijdige verklaring, maar geen feitelijke handeling wordt verricht.

  1. C.P.-levering: de vervreemder bezit de zaak, maar hij gaat vanaf nu de zaak voor de verkrijger houden.
    • Hierbij is het belangrijk dat het moet gaan om een vervreemder die bezitter is. Als de bezitter in eerste instantie al houder is, dan kan hij überhaupt niet de zaak leveren. Het gaat erom dat hij door deze manier van leveren houder wordt, niet dat hij dat al was.
  2. Brevi manu-levering: de verkrijger was voor de levering al houder van de zaak.
    • Dit kan bijvoorbeeld als het goed dat geleverd moet worden al eerder was geleend door de verkrijger.
  3. Longa manu-levering: een derde heeft de zaak onder zich.
    • Dit betekent dat de derde eerst voor de vervreemder het goed hield, maar dat nu gaat doen voor de verkrijger.

Door middel van de bedoelde tweezijdige verklaring in artikel 3:115 BW kan er dus bij voorbaat worden geleverd. Het bezit gaat dan van vervreemder over op verkrijger op het tijdstip dat de vervreemder het bezit en daarmee het eigendomsrecht verkrijgt.

Beperkingen

Je kan niet alle goederen bij voorbaat leveren. Een registergoed kan niet bij voorbaat worden geleverd. Dat komt omdat men registervervuiling wil voorkomen. Het is niet de bedoeling dat er allemaal registergoederen worden ingeschreven in het openbare register, zonder dat men zeker weet dat hij daar rechthebbende van wordt. Ook goederen die geen onderwerp van een overeenkomst kunnen zijn, kunnen niet bij voorbaat worden geleverd. Het gaat dan om goederen die op grond van de wet, de goede zeden of openbare orde niet onderwerp van een overeenkomst mogen worden.