Wat is revindicatie?

RevindicatieOp grond van artikel 5:2 BW is elke eigenaar bevoegd haar recht op te eisen. Dus om haar eigendom op te eisen. Dit noemt men revindicatie. Als iemand een zaak van iemand anders zonder recht houdt, dan kan de eigenaar de zaak opeisen. Dit laat ook het absolute karakter van het eigendomsrecht zien.

Het doel van revindicatie is dat je iemand dwingt de zaak af te geven. Degene die de zaak onder zich houdt, wordt gedwongen de zaak terug te geven aan de eigenaar.

Wie kan revindicatie instellen?

Revindicatie is een vordering die de eigenaar van de zaak kan instellen. Ook degene die een beperkt recht hebben op de zaak kan de vordering tot revindicatie instellen. Dit kan een erfpachter zijn, een vruchtgebruiker of iemand die een recht van opstal heeft. Op grond van artikel 3:125 BW kan ook de bezitter een vordering tot revindicatie instellen. Dit artikel regelt namelijk dat de bezitter bevoegd dezelfde vorderingen in te stellen als de eigenaar om het goed terug te krijgen.

De weg van revindicatie

De eigenaar van een zaak komt verschillende rechtsvorderingen toe. Revindicatie onderscheidt zich van de andere rechtsvorderingen doordat het bij revindicatie gaat om één specifieke situatie. Als de zaak onder een ander raakt die geen rechthebbende is, dan is er ruimte voor revindicatie. Als er iets anders met de zaak gebeurd, dan kan de eigenaar een andere rechtsvordering instellen. De weg van revindicatie is dan niet de juiste.

Als de eigenaar zijn zaak opeist, dan is het in beginsel voldoende dat hij stelt dat hij de eigenaar is. Als de wederpartij betwist dat hij dit recht heeft, dan moet de eigenaar echter bewijzen dat hij de eigenaar is. Hij zal feiten moeten stellen en bewijzen dat het eigendomsrecht aan hem toebehoort. De wederpartij kan een beroep doen op zijn recht als bezitter. De bezitter wordt namelijk vermoed eigenaar te zijn. Dit volgt uit artikel 3:119 BW.